Educaid.be verenigt instellingen, organisaties en particulieren die werkzaam zijn in de opleidings- en/of onderwijssector binnen de Belgische ontwikkelingssamenwerking. De doelstelling van het platform is het versterken van de capaciteit van elke organisatie en het uitbouwen en ondersteunen van het Belgische beleid rond onderwijs en ontwikkeling. Educaid.be streeft naar een wereld waarin alle kinderen en jongeren – zowel meisjes als jongens – gelijke toegang hebben tot kwaliteitsvol onderwijs

Inclusief en kwaliteitsvol onderwijs voor individuele emancipatie en maatschappijopbouw

Onderwijs is een individueel fundamenteel mensenrecht dat vermeld staat in onder meer de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en in het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind. Kwaliteitsvol en inclusief onderwijs vanaf een jonge leeftijd heeft ook multiplicatoreffecten voor de duurzame ontwikkeling van de Belgische partnerlanden en is de hoeksteen van inclusieve sociale en economische groei, respect voor gendergelijkheid, mensenrechten en vreedzaam samenleven.

In de klas worden waarden, kennis en competenties aangeleerd die belangrijk zijn voor het bevorderen van gendergelijkheid, toegang tot waardig werk, vredesopbouw en democratie. Maar kwaliteitsvol onderwijs is ook de plaats om inzichten te verwerven in complexe uitdagingen, zoals klimaatopwarming en een hoge bevolkingsdruk, en om deze uitdagingen aan te kunnen gaan.

Onderwijs voor meisjes is een slimme en duurzame investering. Meisjes die kwaliteitsvol middelbaar onderwijs genieten, hebben drie keer minder kans om als kind te moeten trouwen dan meisjes die geen of weinig onderwijs hebben gehad. Ze worden ook op latere leeftijd moeder, van minder kinderen, die ze beter beschermen tegen nefaste praktijken zoals meisjesbesnijdenis. Meisjes die kunnen lezen zijn gezonder en hun kinderen hebben vijf keer zoveel kans om te overleven als de kinderen van ongeletterde moeders. Vrouwen die naar school gegaan zijn, sturen hun kinderen ook vaker naar school.

Leercrisis van kinderen in de partnerlanden van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking

Ondanks een grote vooruitgang in de voorbije decennia, gaan over de hele wereld ongeveer 263 miljoen kinderen en jongeren nog niet naar school. De meerderheid van hen leeft in Sub-Sahara Afrika, de belangrijkste regio voor de Belgische ontwikkelingssamenwerking.

In de Belgische partnerlanden liggen de cijfers van kinderen die niet naar de lagere school gaan nog steeds bijzonder hoog. Bovendien stromen kinderen die de lagere school wel afmaken vaak niet door naar het middelbaar onderwijs. In het komende decennium verwachten we een toename van meer dan 1 miljard jongeren op de arbeidsmarkt, terwijl vandaag al meer dan 650 miljoen jongeren niet werkzaam zijn of geen opleiding volgen. 

Naast een beperkte toegang, vormt ook de kwaliteit van het onderwijs een probleem. Wereldwijd zijn er meer dan 617 miljoen kinderen en jongeren die niet over de basisvaardigheden in lezen en wiskunde beschikken, terwijl de meerderheid van hen wel naar school gaat. Dat is bijna twee derden van de kinderen wereldwijd. En dat in een wereldeconomie waar kennis een steeds grotere rol speelt. In partnerland Niger, bijvoorbeeld, beheerst minder dan één kind op tien de basiscompetenties voor lezen en wiskunde aan het einde van de lagere school.  

Meisjes ondervinden vaak meer hindernissen dan jongens. Hun leerparcours wordt bemoeilijkt of beëindigd door sociale normen, genderdiscriminatie, gender-gerelateerd geweld, kindhuwelijken of vroegtijdige zwangerschappen, of een gebrek aan aangepaste of nabijgelegen schoolinfrastructuur en sanitaire voorzieningen. Voor elke 100 jongens in Sub-Sahara Afrika die niet naar school gaan, blijven 123 meisjes thuis. Vooral op vlak van studievoltooiing hinken meisjes achterop. In Sub-Sahara Afrika maakt slechts 1 op de 4 meisjes de middelbare school af.

Tenslotte staan de Belgische partnerlanden ook voor een belangrijke demografische uitdaging. In sommige landen, zoals Benin en Niger, is de helft van de bevolking onder de 18 jaar. En deze bevolking blijft groeien. Zo zal DR Congo tegen 2050 één van de 10 meest bevolkte landen ter wereld zijn. Dat wil zeggen dat de reeds beperkte schoolvoorzieningen onder druk komen te staan door een steeds groter wordende groep kinderen.

Dit zijn geen uitdagingen voor de toekomst! Het is nu dat we de nodige stappen moeten zetten.

Inclusief en kwaliteitsvol onderwijs voor iedereen: deadline 2030!

De situatie in de Belgische partnerlanden kan verbeteren, maar vereist een sterk engagement.

Op beleidsniveau erkent België het belang van inclusief en kwaliteitsvol onderwijs als hefboom voor ontwikkeling. Ons land heeft zich op verschillende niveaus geëngageerd:

  • In september 2015 onderschreef België de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s) die ernaar streven wereldwijd werk te maken van armoedebestrijding, bescherming van de planeet en welvaart voor iedereen. De vierde duurzame ontwikkelingsdoelstelling (SDG 4) ambieert levenslang, inclusief kwaliteitsonderwijs voor iedereen.
  • De EU Consensus on Development heeft onderwijs hoog op haar agenda geplaatst door te bevestigen dat "responding to the educational needs of children and youth is crucial to promoting responsible citizenship, developing sustainable and prosperous societies and boosting youth employment". Het bevestigt de steun van de EU voor levenslang, inclusief kwaliteits­onderwijs.
  • In juli 2017 werd een resolutie unaniem goedgekeurd in het Belgische Federale Parlement waarin onderwijs voor meisjes erkend werd als een fundamentele hefboom voor menselijke ontwikkeling.
  • In 2014 keurde de Senaat een resolutie goed waarin onderwijs opgenomen werd als expliciete doelstelling bij humanitaire hulp.
  • De DGD Strategienota onderwijs van 2013 gaf basisonderwijs en technisch en beroepsonderwijs en -vorming als prioriteit aan.
  • De steun van de Gemeenschappen aan onderwijs in partnerlanden is minder systematisch dan de steun van de Federale regering. De laatste hervorming van het Vlaams kaderdecreet Ontwikkelingssamenwerking (indiensttreding op 1 januari 2019) heeft bijvoorbeeld de transversale thema’s (waarvan onderwijs één was sinds 2016) geschrapt.

Op budgettair vlak is de situatie evenwel anders Hoewel verschillende landen in het Zuiden hun inspanningen voor onderwijs hebben verhoogd, blijven de uitdagingen voor onze partnerlanden groot.

Een recente policy paper van UNESCO toont aan dat steun voor onderwijs in 2016 haar hoogste niveau heeft bereikt sinds de cijfers worden bijgehouden. Tussen 2015 en 2016 nam het toe met 13%, een absoluut record.

In België blijft het deel voor de sector onderwijs in het DGD-budget echter beperkt, en stagneert deze steun sinds het begin van dit decennium op 7%. Dit vertaalt zich in absolute cijfers van 94.1 M€ in 2010 naar 81,4 M€ in 2016.

In ieder geval zijn de inspanningen van België onvoldoende in het licht van zowel de uitdagingen als van de internationale aanbevelingen. Zo is een van de kernaanbevelingen van de Education Commission het verhogen van de steun van bilaterale donoren aan onderwijs tot 10 à 15 % van het ODA.

Aanbevelingen

Educaid.be vraagt aan de politieke partijen en kandidaten die aan de parlementaire verkiezingen van 2019 deelnemen om zich te engageren voor een centrale plaats voor onderwijs in de Belgische ontwikkelingssamenwerking:

  1. Steun in partnerlanden en via multilaterale instellingen de ontwikkeling van inclusief kwaliteitsvol onderwijs dat kwetsbare kinderen en jongeren toegang biedt tot kennis en vaardigheden die cruciaal zijn voor actief burgerschap en het deelnemen aan de arbeidsmarkt.
  2. Maak extra middelen vrij voor steun aan het onderwijs door een verhoging van de Belgische ontwikkelingshulp tot 0,7% van het BNI. Daarbij moet: (a) minstens 10% van het budget voor Belgische ontwikkelingssamenwerking naar onderwijs gaan tegen 2020 en 15% tegen 2030; (b) minstens 4% van de humanitaire hulp voorzien worden voor onderwijs in noodsituaties, met speciale aandacht voor de noden van (adolescente) meisjes.  
  3. Zorg bij het afsluiten van nieuwe bilaterale akkoorden voor een nauwgezette analyse van de noden en opportuniteiten voor de onderwijssector en de erkenning van onderwijs als een prioriteit. Blijf ook inzetten op de multilaterale samenwerking, zowel diplomatiek als financieel, vooral met het oog op het verhogen van de toegang tot onderwijs van kwetsbare kinderen en jongeren.
  4. Investeer in kleuter- en basisonderwijs en zorg voor een vlotte overgang tussen lager, middelbaar en hoger onderwijs. Besteed speciale aandacht aan meisjes en aan de hindernissen die ze ondervinden om naar school te gaan en op de schoolbanken te blijven.
  5. Speel de Belgische troeven uit inzake de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs conform met SDG 4. Kwaliteit slaat daarbij niet enkel op leerresultaten, maar ook op het creëren van veilige en participatieve schoolomgevingen, leerplannen, pedagogische praktijken en het ondersteunen van leerdoelstellingen inzake wereldburgerschapseducatie, duurzame ontwikkeling, gendergelijkheid en kinderrechten.
  6. Investeer in technische - en beroepsopleidingen die toegang tot waardig werk mogelijk maken – in het bijzonder voor kwetsbare groepen zoals jonge vrouwen, vluchtelingen of ontheemden (internally displaced persons). Maak de brug tussen informele en formele opleidingen. Ontwikkel of ondersteun programma’s die de autonomie van meisjes en jonge vrouwen versterken.
  7. Versterk de capaciteiten voor kwaliteitsvol hoger onderwijs en onderzoek in de Belgische partnerlanden, zowel via samenwerking tussen instellingen als via het gender-gebalanceerd toekennen van beurzen. Zo worden de hoger onderwijsinstellingen en bursalen versterkt om hun rol als “drivers of change” in de samenleving waar te maken.
  8. Zorg ervoor dat alle jongeren en volwassenen basisvaardigheden zoals lezen, schrijven en rekenen kunnen verwerven.
  9. Help de onderwijssector in de partnerlanden om zich open te stellen voor nieuwe thema’s, zoals klimaatopwarming. Stimuleer de oprichting van Green Schools die op een ecologisch verantwoorde manier gebouwd en onderhouden worden, die klimaatopwarming opnemen in de curricula, en waarin alle kinderen, in het bijzonder de meest kwetsbaren, beschermd zijn tegen natuurrampen.
  10. Moedig het gebruik van ICT-hulpmiddelen aan op een gelijkwaardige en inclusieve manier, om zo onderwijs te ondersteunen en om kwetsbare kinderen en jongeren toegang te bieden tot informatie en vaardigheden die cruciaal zijn voor hun kritische zin en het deelnemen aan de arbeidsmarkt.